Guinee-Bissau: “Ge moogt op je kop gaan staan, ik ga naar Boké”

18 november 2019 - Beernem, België

Stromend bloed, donder, drashende regen die mijn wielershirtje poogden te door boren en zwellende bulten op schouder en dij. Hoe ben ik precies hier beland? Midden in de rimboe. Wat is er gebeurd? Waarom doe ik dit godsnaam? “Godverdomme hé Maertens”. Geraak ik er voorbij? OVERDRIVE. Ik schrei, snotter. Ik roep naar mijn mama. Het geschreeuw klinkt dof door het dashboard in de camion.

Ik skip een dikke week om tot één de momenten van mijn Afrika reis te komen. Dus in sneltempo: het magnifieke laatste stukje Senegal waar ik enkele halve liters met enthousiaste Fransen dronk, een slaapplaats in een Guinee-Bissaus ziekenhuis waar varkens, kippen en geiten door het gebouw paraderen. Waar vegen stront en pipi dat nét ietsje meer gaven aan mijn kamer. De mistroostige, gelaten blikken van de vrouwelijke patiënten. Dit alles leidt me tot dé etappe: Queebo-Boké. De grens over steken naar Guinea. Met de stralende ochtendzon leek de toekomst vlekkeloos, het werd een gekke dag.

Guinee-Bissau
100 kilometer onverharde wegen deed mijn hart wat meer bonzen in de keel, de haren op mijn (al gebronseerde) armen kropen recht toen ik een bende stokstaartjes over de weg zag spurten. De eerste kilometers grind werden ingeruild voor smalle paadjes waar mijn zakken tegen de laag hangende struiken petsten. Dit kan toch niet de weg zijn naar de grens met Guinea? Een militair op bank knikte en bevestigde. Vreemd.

Gelijk had hij, opeens kwam ik aan de grens. Gohja “grens”, een slap koord met wat plastieken lintjes aan die wapperen in een licht briesje. De douanier zat met zijn maten wat te kletsen onder een boom. Hij maakte aanstalten dat ik naar zijn “bureau” moest mee komen. Een klein huisje, in ruwbouw. Inhoud: een stempel en stempeldoos, voor de rest niets. Ik kon mijn lach niet inhouden bij dit tafereel, maar het werd nog erger

.Guinee-Bissau
De jonge douanier vroeg: “heb jij misschien een stylo voor de datum in te vullen?”. You got one job. Duidelijk dat er hier amper mensen passeren. Nowpe, geen balpen mijnen man. Dan ging hij maar in één van 7 hutten gaan rond vragen. Een halfuur lang duurde zijn queeste. TIA op zijn best. Hij keek verbaasd toen ik vroeg om een foto te nemen van mij aan deze grenspost. Geen hoge muren of prikkeldraad; een slap koord met een voetbalveld waar je gewoon kan langs lopen.

Guinee-Bissau
De weg werd zwaarder en erger. Mountainbike paadjes afgewisseld met uitstekende keien en rosten, modder en steile afdalingen in een forse bebost decor. Het kind in mezelf kwam naar boven; elke keer weer ‘weeeee’ roepen als ik door een plas reed of genieten van het ontwijken van putten en keien.

Guinee-Bissau

Nog altijd geen douanepost van Guinea tegen gekomen om mij in te checken. Tijdens de reis vaak synoniem voor een stressmomentje als er geen smeergeld wordt gevraagd. De eerste militair dat ik tegenkwam onder de bengelende Guinese vlag probeerde mij om te kopen. Hij “controleerde” mijn paspoort en vroeg naar sigaretten in ruil voor mijn legitimatie. Zijn adem stonk naar zijn alcohol en zijn ogen stonden op half zeven. Mooi niet! Ik trok het paspoort uit zijn handen en voor hij het besefte peddelde ik naar de rivier. Na de rivier zou de douanepost liggen volgens enkele vriendelijke dorpelingen. Dus ik reed al anderhalf uur in een soort van niemandsland. Toen ik aankwam bij de rivier zag ik dat de veerboot stuk aan de overkant lag. Gelukkig is er één kerel die constant met een houten kano over en weer gaat. Respect my man.

Guinee-Bissau

Net toen we wilden vertrekken kwam er nog een motard naar de oever gesnort. Het bootje wiebelde en zakte dieper toen hij én zijn moto in de kano werden gehesen. TIA. De kanovaarder had kabels van spieren; bedraad op zijn pezig lijf. Logisch, grote delen moest hij tegen de stroom in varen. Blijkbaar had ik niet genoeg afgedongen want toen ik hem betaalde hoorde ik enkele dames gniffelen toen ze hun kleren aan het wassen waren. Njeh, hij heeft gewerkt voor zijn geld dacht ik dan. Mijn heupen werden wat ongedurig, want waar bleef die douane? Mijn energiepeil kreeg een enorme deuk omdat ik nog altijd geen winkel had tegen gekomen en de zon pletterend te werk ging.

Guinee-Bissau

Aha daar was hij! Ik herkende hem aan de top van een klimmetje. Een hutje, met een slap koordje met wat plastieken lintjes aan. Afrikaanse grenzen be like? Toen begon de miserie.. Met een blik vol vertrouwen gaf ik mijn paspoort. De man vroeg: “waar is je visum?”. “Ahja, kan ik hier geen kopen?”. “Nee, daarvoor moet je terugkeren naar Bissau”. WAT?! 300 km terug keren en dan weer 300 km. In geen honderd jaar!

Guinee

Shit, in vergelijking met de vorige landen kan je dus hier geen visum aan de grens kopen. Achterlijken, zuchtte ik in mezelf. Maar geen haar op mijn kruin die één nanoseconde dacht om terug te keren. Dan maar naar fase 1: de stoere, zelfverzekerde fase. Ik probeerde hem te overtuigen om me toch door te laten en te bellen naar zijn bazen. Kak, mislukt. De man liep rond mijn zijn Nokiatje, geen bereik. Weinig verbazend natuurlijk in the middle of nowhere.

Fase 2: smeergeld. “qu'est-ce que vous avez besoin?”  zei ik onsubtiel al leunend op zijn toonbank. “Je n’ai besoin rien”  zei de man kordaat. Aarrggh. Fase 3: smeken. Na 3 minuten ving ik in deze fase ook bot. Laatste reddingsboei was gewoon de douanepost omzeilen en illegaal het land binnen sluipen. “Ja we doen dat” zei mijn hersenbol! Op mijn gps vond ik een piepklein weggetje die rondom deze post ging, maar geen idee als er daar ook controles zijn. De gok wagen dacht ik. Als ik het weggetje links insloeg riep er nog iemand naar me toe “pas bon, pas bon!”. Negeren en fietsen, ik kon niet anders. Dit pad was nog slechter en piekte meer in rug en kuiten.

Ook het weer wou een signaal geven dat ik slecht bezig was. De mooie zon sloeg prompt om in dikke grijze wolken en ik hoorde de eerste donder over de Guinese heuvels. De weg reed letterlijk door verschillende rivieren en langs hutjes. Het gedonder brulde meer en de eerste druppels kletterden op de knalgroen blaadjes. Opeens barsten de hemelsluizen open. Ik voelde me onveilig. Onder een boom schuilen is levensgevaarlijk maar in de open rijden met de naderende bliksem was ook niet goed.

Ik stresste, wat nu? Uit het niets doemde de “camion” op. Geen flauw idee hoe zo’n gigant op deze kleine weggetjes is geraakt maar langs de kant, schuin geduwd tegen de struiken en bomen stond een verlaten witte camion. Into the wild (de film) had “de bus”, ik mijn eigen versie met “de camion”. Een godsgeschenk op het eerste gezicht, hier kon ik schuilen voor de immens felle regen.

Op de passagierstoel met de het metalen geluid van de vallende regen kwam ik even tot rust. Opeens dacht ik: “Shit, al mijn zakken worden nat, snel de fiets in de laadbak schuiven”. Go back, stop, stop; zou de toekomstige Warre roepen. Met al mijn oerkracht tilde ik de 50 kilo boven me uit en schoof die half in de laadbak. Instinctief sprong ik mee met mijn fiets in de bak. Foute keuze.

Nog geen halve seconde in het zwart gat dat de laadbak was, werd ik belaagd door zeker 5 kolossale muggen (mijn geheugen zal ze waarschijnlijk groter gemaakt hebben ). A-team figuranten style sprong ik uit de camion. Frontal face, frontal body in een plas vol keien en steentjes. De pijnscheuten van de muggensteken duwden langs alle kanten. Ik liep en schreeuwde weg van die kleine smeerlappen. De donder bleef aanhouden en ik zag bloed aan mijn knieën en voorhoofd.

De pijn was niet te harden, ik tierde en perste mijn hele maag samen. Een spurtje naar het voorste van de camion. Daar ging ik in overdrive, 7 minuten lang schreide ik het uit en riep naar mijn mama. Emotioneel was alles even door elkaar geschud waardoor de rationele ik opeens volledig werd opgeslokt door pure oeremoties. 

Hoe diep is die kap in mijn knie? Is er nog een douane controle? Wat doe ik hier? Zijn die beten gevaarlijk? De regen werd flauwer en zo ook mijn huilbui. Ik kwam meer bij mijn verstand en wat zegt dat verstand, simpel: “je moet vooruit”. Met de zwellende bulten en een gapende kniewonde bleven de uitdagingen zich opstapelen.

Guinee-Bissau


Door de regen stond de weg volledig onder water. Onmogelijk om er door te fietsen, dus alles te voet. De fiets duwend langs de kant mezelf bij momenten uit de modder sleuren om verder te kunnen. Even pauzeren en denken “wat heb ik gedaan” om dan knop op nul te draaien en verder te ploeteren.

De donkergrijze lucht werd lichtgrijs, de hoop nam weer toe als een vriendelijke boer zei dat de eerste grote stad nog maar 2 kilometer was. Met mijn wakke fietshandschoentjes iets harder aan mijn stuur keek ik nerveus na elke bocht als er geen hutje met koord en plastiekjes was. Mijn vrees was onjuist! Eenmaal in het eerste stadje kwam ik tot het besef dat ik de douane had omzeild!

Guinee-Bissau
Een explosie van vreugde, de muziek wat luider en op adrenaline die laatste 35 km doen. Woehoew! 5 minuten later kwam er een andere besef: “crap, er gaan hier zeker politiecontroles zijn en als zij mijn willen controleren en zien dat ik geen visum heb?” Weg sfeer! Niet over nagedacht. Opnieuw met priemende blik op de weg en vooral naar mogelijke politiecontrole speuren.

Guinee

De grindweg werd elke 2 kilometer onderbroken door stevige, kolkende riviertjes waar ik met fiets in de lucht moest door stappen. Even verder sprinten enkele voetballertjes mee en enkele high fives gaven me weer hoop. Korstondig. BAF, reality hits again! Mijn remmen waren kapot. De bewegingen hielden geen drol uit want de blokjes waren blijkbaar volledig afgesleten. Met de steile afdalingen in het verschiet werd het linkervoet op de grond en old school remmen.

In totaal waren er nog 3 politiecontroles tot aan de eerste echte grote stad, Boké. Nummero uno had ik met volle vaart kunnen ontwijken. Afdaling en buitenblad, een hemels duo. De agenten riepen luidkeels maar zo prioritair was ik niet want ze sprongen gelukkig niet op hun brommer. De tweede was uitdagender want die kon ik niet ontwijken. De wangetjes werden warmer als na 2 minuten er nog 2 militairen, met geweer, er kwamen bij staan. 3 tegen 1. Oplossing? Old fashion small talk.

Alles haalde ik naar boven van koetjes en kalfjes om de militair de mogelijkheid van denken te ontnemen. Zo lang hij niet op de gedachte kon komen om mijn paspoort te vragen was ik safe. Ik slaagde in mijn opzet, hij liet me met de glimlach door. De laatste liet mijn gewoon door uit luiheid, toch niet altijd even slecht die hoofdzonde. Het werd donker en ik zag amper iets, nog 7 kilometer. Te voet en met Daan-Housewife op repeat wandelde ik langs de laatste hutjes. Even later doemde een lichtkoepel op, Boké, de eindbestemming van deze etappe. Opnieuw kreeg ik het warm, maar nu door de vriendelijkheid van de mensen.

Een motard zag mijn wandelen en bood me aan om mij te escorteren tot aan Boké. Wat een geschenk. Aan een slakkentempo reed hij achter me zodat ik veilig op de grote baan kon geraken. Volledig vermoeid en nog altijd wat onder shock belandde ik in het hotel. Veel kopzorgen: wat zijn die muggenbeten, kan ik mijn remmen herstellen en hoe ga ik hier illegaal door het land reizen? Pffrt.

Foto’s

4 Reacties

  1. Gele washand:
    18 november 2019
    <3 mooi, ontroerend, spannend!
  2. Marcel Buijs:
    18 november 2019
    Hallo Warre, afzien, afzien en nog eens afzien. ik heb je verhaal met spanning gelezen. Alle respect voor deze jonge man. Groet,
    Marcel.
  3. Aad van Moorsel:
    20 november 2019
    Hoi Warre, echt goed dat jij dit kunt, maar geef mij Le Fief maar😂😂😂.
    Nog een behouden vaart.
    Gr. Aad.
  4. Lies:
    26 november 2019
    ja oké ik stop met lezen, dit is niet goed voor mijn hart

    stay safe
    x