Mauritanië: “Hé hé, la route est fermé! Pas pour moi!”

5 oktober 2019 - Abidjan, Ivoorkust

De busritten om het laatste stukje Sahara te doorkruisen naar de hoofdstad van Mauritanië, Nouakchott waren stressvol. Zou de fiets terug heelhuids uit de bagageruimte komen? Mijn assertieve stekels moest ik uitzetten om mijn lief (de fiets) te beschermen. De stekels waren nodig. De eerste “bagagist” van de bus wou hem gewoon op alle andere bagage proppen. No way, José!

Meteen schoot ik in vuur en met veel gesticuleren maakte ik duidelijk dat dit totaal niet kan, na wat heen en weer geloop gaf de buschauffeur zijn slaapruimte als plaats voor mijn fiets. Opgelucht de bus in. Op de grens van Mauritanië begon mijn TIA gevoel (This Is Africa) al wat naar boven te borrelen. Twee overvolle bussen die buiten in de hitte, in het zand zitten te wachten op een stempel terwijl de officieren toch eerst moeten tafelen en een dutje doen.

Mauritanië

Als westerling werd ik er uitgepikt voor extra controlevragen. De militair had 2 jobs: stempels zetten en vliegen wegslaan. De douanepost was een zanderige snikheet fort met duizenden vliegen. Om de 2 seconden moest hij ze van zijn gezicht weg wuiven of wapperen. Tijdens het wachten geraak je in een soort van trance waardoor je wat immuun wordt tegen het Afrikaans tempo.

Eenmaal alle paspoorten voorzien waren van de juiste stempels konden we richting Nouakchott rijden. Kilometers lang totaal niets, behalve zand en dan doemt uit het niets een enorme strook van allemaal lichtjes. Het was al nacht toen we de hoofdstad bereikten. Dat bemoeilijkte mijn zoektocht naar een hotel maar pardoes leerde ik Jéro kennen. Hij bood me een kamer aan in zijn huis.

Hmmm, een student van 18-jaar, die zijn eigen huis heeft? Mijn twijfels kregen een antwoord: hij was een soort van huisoppas voor enkele mensen die op reis waren. Hij stelde voor om buiten te slapen want het kan nogal warm zijn. Toch voelde ik me binnen veiliger. Maar Jéro had gelijk, het was zweeeeeten. Mijn volledig lijf kreeg een extra laag vel in de vorm van zweet tot 2u ’s nachts.

Na de korte nacht besloot ik de fiets op te springen en ontbloeide mijn TIA gevoel compleet. Oude Mercedessen als taxi’s, mannen als vrouwen die enorme kratten en manden op hun hoofd dragen. Stokken en halve planken aan elkaar genageld die dienden als fruitkraampjes. Helaas ook hier veel vuiligheid langs de kant van de straat, zwarte rookpluimen en het constant geclaxonneer. Altijd een opluchting om uit de drukke steden te zigzaggen.

Mauritanië

115 kilometer, de laatste door de Sahara. Zon, zand en wind. Veel wind, waarschijnlijk zal dit dé windetappe worden van de reis. Eenmaal uit de stad was het de hele dag lang wind op kop. Constant aanhoudende wind. De zon kreeg vrij spel want de wolken waren nergens te bespeuren. Het doodse, verlaten karakter kreeg duidelijk gezicht door de talloze karkassen van dode ezels en koeien langs de weg of al half bedolven wat verder in het zand.

Mauritanië

Op de middag wuifden enkele Mauritaniërs vanonder een grote tent naar me om samen met hen thee te drinken. Perfecte timing. Ik kreeg wat thee en geitenmelk, we zeverden wat over het zogezegde zangtalent van de zeverende nonkel en ik ging weer verder. De doodse sfeer en de wind bleef aanhouden. Verlaten dorpjes, kleine grijze huisjes en soms gewoon een eenzame moskee. De benen werden uitgeperst en mijn armen kreeg een extra zandlaag. De wind werd harder en begon zand vanuit de duinen mee te nemen. Zand tegen de kuiten, in het gezicht, rinkelend tegen de fietsspaken.

Mauritanië 

Soms kon ik maar enkele meters voor me uitkijken omdat er zoveel zand over de weg werd geblazen. Het volgende “stadje” lag nog ver. Als ik ergens deftig wou verblijven moest ik daar wel belanden. De vechtlust schoot naar mijn kop, maar de krampen begonnen te pieken in de kuiten.

Op een stuk weg met veel putten en bulten kwam ik in tegengestelde richting een motard tegen. We zwaaiden en daarmee dacht ik dat de kous af was. Maar de Britse motorrijder maakte linksomkeer en kwam met me een praatje maken. Nick Sanders, de naam zal ik nooit vergeten. Hij is 66 jaar en test nieuwe moto’s uit door ermee rond te reizen in de wereld. Als bewijs haalde hij een krantenartikel boven.

Ik was enorm geïntrigeerd door de man dus ik bleef verdere vragen stellen. Wat bleek, hij heeft al 7 keer rond de wereld gefietst én had in de jaren 80 het wereldrecord in deze discipline. Qué?! Ik ontmoet hier gewoon die kerel hier op dit punt, dit moment. Daarna begon ik wat te zeveren over de vreemde keuze voor Boris Johnson maar zei hij fijntjes wat ons Belgisch wereldrecord weer was. Poets wederom poets.

Mauritanië

Als laatste tip gaf hij mee om de grens met Senegal vanuit Diama te doen en niet via het corrupte Rosso. Hij voegde er wel aan toe om enkele dagen te wachten want het zou regenen en met dat het een aarde pad is, zou het er slecht kunnen bij liggen. Uiteindelijk op wilskracht arriveerde ik in het “stadje” Tigren. In mijn “hotelkamer” smeet ik uit vreugde mijn handschoenen krachtig op de grond en genoot ik om het zand in de douche van me af te scrubben.

De volgende dag was de Sahara officieel gedaan. Licht heuvelend parcours met veel putten in de wegen. Langs de kant van de weg veel bomen in een soort van oranje geel zand in plaats van dat mottig geel grijs van de dag ervoor. Vandaag moest ik ook op dé splitsing naar rechts en niet naar links richting de corrupte douanepost Rosso maar naar het rustige Diama.

Mauritanië

Zoals Nick me de dag ervoor zei, aan de splitsing zullen er enkele van de corrupte gasten rond hangen en je proberen mee te nemen/begeleiden naar Rosso. Hijzelf had het meegemaakt en ze hadden 300 euro afgetroggeld van hem voor de “begeleidingsdiensten”. Oh jowel, ik had het aan mijn rekker. 2 gasten in een auto die zeiden dat ze politie waren. Terwijl ik zag geen uniform? Ze gingen me begeleiden naar Rosso.

We zaten op 1 km voor de splitsing. Ze zeiden dat ze zal even voorop zouden rijden en we aan de splitsing elkaar wel tegen komen. Dit was de window of opportunity. Net als die 2 tjoerlies enkele honderden meters voorbij de splitsing waren, zette ik mijn ketting op het buitenblad. Hard sjezen en rechts afslaan naar het veilige Diama. Na 1 km op de weg zag ik achter me de witte mercedes. Fuck.

Ze reden naast me, maande aan dat ik stopte. Ik zei heel kordaat ik ga naar Diama en heb jullie hulp helemaal niet nodig. Na nog één keer vragen, maakte ik duidelijk dat ik hen niet nodig had. De rest van de weg was rustig: vogels die tjilpen, geiten die over de weg paraderen, eens een oud busje die al piepend passeerde. Toen ik aankwam in het laatste stadje voor de grens met Senegal veranderde het decor volledig. Rijstvelden, grote bomen, veel gras. Geen zand of duinen meer. Een nieuw stuk van de reis brak aan.

In het stadje, dat het woord stad niet waard is, kreeg ik via via een plaatsje aan het provinciehuis om mijn tent op te zetten. Toen de vice-gouverneur vernam dat ik daar ging slapen, verplichtte hij mij om in zijn huis te komen eten en slapen. Ook in Mauritanië zijn de mensen dus geweldig gastvrij. Een pastasalade, frisdrank, risotto ik kreeg het allemaal van de vrouw.

Tijdens de avond braken de hemelsluizen open (Nick had opnieuw gelijk!) Eén van de twee officieren (die mijn fiets moesten bewaken?!) kwam naar binnen om te zeggen dat het weken geleden was dat het nog zo hard geregend had. De vice-gouverneur peilde naar mijn fietsintenties. Hij adviseerde toch om misschien een dag te wachten, want met al die regen zou de weg er zeer slecht bij liggen.

Mijn enthousiasme om eens goed door de modder te ploeteren veegde zijn twijfels en opmerkingen van tafel. Hij wou niet tegen me in gaan maar me wel helpen. Bij het ontbijt de volgende dag had hij een bericht verstuurd naar alle politieposten op de weg richting de douanepost in Diama om uit te kijken voor een Belg op een fiets.

Zeer attentvol en een extra hulp maar als ik na 300 meter het centrum van het stadje binnen reed zag ik daar 15 agenten zitten rond tafel. Net een pak kaarten ontbrak om het compleet gezellig te maken. Ze zeiden: nee de weg is gesloten. Al lachend zei ik: niet voor mij! De weg kronkelde tegen de Senegal rivier voor 50 kilometer op een kleiweg en niet aardeweg. Dat verschil zou de doodsteek worden.

Mauritanië

De weg kronkelde daarnaast ook door een natuurreservaat met krokodillen, wilde everzwijnen en duizenden vogels. De eerste 2 kilometer ging vlot maar toen begon de miserie. Diepe groeven in de kleiweg door de camions en 4x4’s getrokken. Ik moest te voet maar het probleem was de kleigrond. Die plakte aan mijn wielen en bij elke stap die ik zette viel de klei er niet af maar zoog die nog meer klei aan de fiets. Hierdoor blokkeerden mijn 2 wielen.

Om de 5 stappen moest ik dat klei van mijn wiel schrapen om toch maar iets verder te kunnen. De zon brandde in mijn nek. Voor me één lange weg van water, klei en modder. Voor de rest niemand. Ik passeerde een dode baby krokodil, omgekeerd drijven in één van de modderpoelen. Moed in de schoenen, voeten in de modder.

10 meter vooruit, weer alles er van prutsen en duwen. En opnieuw, opnieuw, opnieuw. Ik schreeuwde en vloekte mijn stem kapot voor 15 seconden. Om dan vast te stellen dat ik maar één optie had: verder stappen. Hier kon ik de tent niet opzetten of verblijven. Blijven verder strompelen naar hopelijk een beter plaatsje. Diama en dus Senegal zou ik vandaag niet bereiken. In 4 uur tijd had ik 6 km van de 50 gedaan..

Mauritanië

Tot, deus ex machina een 4x4 met een kwartet Senegalezen passeerde. Hoe zij op deze weg zijn geraakt (hij was toch gesloten en geblokkeerd?) geen idee. Ze boden mij een lift aan, mijn eerste liefde van tjoolreizen mocht weer even shinen. De fiets vast gebonden achteraan en ik moest in het midden zitten vanachter, geplet tussen twee Senegalezen.

Met opzwepende dansmuziek door de radioboxen door de modderwegen. Miljaar, het was als Bellewaerdepark maar dan niet met de zekerheid dat alles 100% veilig ging verlopen. Op en neer schudde mijn lichaam als we door de plassen en putten reden. Half slippend langs een vastgereden camion waardoor mijn fiets klem zat (schade aan schijfrem) tussen auto en camion. Ik had geen zin dat mijn fiets kapot ging dus maakte ik aanstalten om toch weer alleen verder te gaan met de fiets. Alle 4 de Senegalezen zeiden kort en bondig dat dat geen zin had; hup terug op de achterbank.

Het stopte niet: de auto slipte bijna van de weg in de rijstvelden en enkele kilometers verder zaten we een halfuur vast in een diepe kuil. De andere Senegalezen namen takken om de auto weer wat grip te geven uit deze penibele situatie. Het lukte wonderwel, al pufte en hijgde de bestuurder immens tijdens het manoeuvreren. Tijdens de laatste kilometers, die er veel beter bij lagen, begon er één opeens hard te lachen.

Hij zei: “Weet je nog toen die blanke zei dat hij alleen verder wou fietsen? Stel je voor, hij had dat nooit gehaald!” De rest lachte mee, ik ook, al was het een beetje groen. Na een helse dag bereikte ik de douanepost. De fiets volledig omhelst door plakken klei en modder. Op zijn Afrikaans, slof slof, kon ik mij uit Mauritanië stempelen. De douanier zei: “aha een Belg, dan ken je zeker Enzo Scifo?”

Mauritanië

Nee, niet Hazard, De Bruyne of Courtois. Maar Enzo Scifo van op het WK 86, dat bleef hem bij. Te voet met fiets aan de hand stak ik de Senegal over, een mekel van een rivier. Eindelijk in Diama, stempel in het boekje en toch moest ik nog passeren langs de bagagecontrole. Alle zakken van de fiets doen, op de grond zetten. 4 trappen hoger op 12 meter zit er een controleur. Die zo met het blote oog dichte zakken kan scannen en zegt dat het goed is en ik door mag gaan. Moest ik toch even mee lachen, met zo’n beroepsernst.

In het stadje Diama vond ik een camping, mezelf en de fiets werden gewassen en beseffend welk geluk ik had, legde ik me zwaar zwetend (again) op de matras. Even nog genieten van de prachtige sterrenhemel en van de kolossale vleermuizen die van boom tot boom in de lucht scheren.

Foto’s

4 Reacties

  1. Marcel Buijs:
    5 oktober 2019
    Wat één GROOT avontuur Warre en tot nu toe toch steeds geluk bij het ontmoeten van helpende mensen. Mocht je in Benin het plaatsje Sèdjé aandoen dan graag wat foto's van de huizen en mensen. Als het goed is tref je daar dan ook kliniek "Maïa" met een watertoren in de buurt, die door onze Stichting daar gebouwd zijn. Nog heel veel succes op je reis.
    Groet, Marcel.
  2. Els:
    6 oktober 2019
    Ik lees je verhaal opnieuw en opnieuw...

    Mama ❤
  3. Maaike Vandendriessche:
    6 oktober 2019
    Hey Warre. Eerst even complimenten voor je schrijfstijl, leest alweer vree vlot. Goed voor een boekuitgave nadien. 😉 Mooie ontmoetingen weer, wat is de kans dat je tegen zo'n ervaren wereldreiziger opbotst! Je hebt waarschijnlijk een nieuwe held bij 🙂 Hehe, en die senegalezen hebben toch hun lolletje gehad. De blanke die hun land onderschat. Het ging je wel gelukt zijn, maar nog even in de rollercoasterauto was misschien een betere optie.
    Alee go go go, tot de volgende blog! Groetjes van Wim, zijn enige toevoeging is "gebruik bescherming". 🙈
    En even update van ons team, al 4 op 5, we zijn ze aant haaien ;)
  4. Catherine Hollevoet:
    6 oktober 2019
    Ik ook gefascineerd. Wat een schrijftalent Warre.