Suriname: Sir, you are not allowed to take this airplane

31 maart 2020 - Beernem, België

Letterlijk vertrok ik als een dief in de nacht voor deel 2 van de reis. Spreekwoorden naspelen, altijd een levensdoel van me geweest. Met mijn zwarte inbrekersmuts en trekkersrugzak was ik klaar voor enkele maanden met de backpack rond te trekken. Gedurende de wandeling naar Beernem station, waar de felle wind de bomen deed dansen, kreeg ik opeens een big smile op de tronie het besef dat ik morgen in Suriname ga staan.

IMG_20200114_091905

Geen tranen, geen grond die onder je voeten weg schuift, geen gevloek of geen “wat doe ik nu" gedachte. Na enkele uren treinen stond ik in Schiphol om het vliegtuig naar Paramaribo te nemen. Tijdens 10 uur de knietjes genoeg proberen te plooien in de krappe stoeltjes, landen we met een stevige klap. Klappen deden ook alle Surinamers voor de piloot. Hmmm, applaus voor de piloot, to do or not to do? Ik heb er geen mening over.

Tijdens het lange wachten (no span man!) bij de immigratiecontrole zag ik hoe divers de Surinamers zijn. Was het de vermoeidheid maar ik vergeleek het (eerbiedig!) met een pakje nachtelijke kots tijdens het uitgaan. Er is al wat gemixt maar toch herken je nog de verschillende onderdeeltjes van het “fondje”. Afrikanen, blanken, creolen en jawel Aziaten.
Dat alles op het gemakje was, bleek ook op de busrit naar mijn hostel. Wat normaal anderhalf uur ging duren werd in  werkelijkheid vier uur. Zeker toen nog een halve gare constant “Boerebuiten 160 man” riep om maar zeker te zijn dat hij als eerste werd afgezet. Met priemende blik naar de onnozelaar poogde ik mijn frustratie te uiten. Na exact 24 uur bereikte ik het hostel, waar de deur gesloten was.

Gelukkig was de Fransman Bruno nog wakker en kon hij me helpen voor een kamer. Als avondeten kreeg ik van hem nog twee verloren bananen. "No span, ik was al blij dat ik het laken onder kan". Ik werd wakker gemaakt door de joelende kinderen van de naburige school en mijn maag die zwaar begon te grommen. Het ontbijt werd gekleurd door een felle regenbui (regenseizoen) en een babbel met de schilder.

De man stond meer te schilderen dan dat hij de muren verfde. Toch heeft hij zijn mening over president Bouterse en dat hij afgezet moet worden omwille van moord op verschillende tegenstanders. Op het gezellige terras plande ik mijn weekje Suriname. Vanuit Paramaribo ging ik meerdere zaken rond slavernij bezoeken en proberen interviews te versieren. Helaas was het laagseizoen en dat ging me zuur opbreken.

IMG_20200117_140110

In de avond leerde ik hostelgenoot Bruno beter kennen. Hij was een Fransman die sinds lange tijd in Cuba woont, meteen gaf hij zijn e-mailadres als ik hulp nodig had, als ik in Cuba ging zijn. Omdat Suriname het enige land is waar Cubanen zonder visa naar toe mogen reizen is hij hier met zijn vriendin. Helaas is zij overvallen geweest tijdens oudejaarsnacht en wil ze voor niets meer naar buiten. De arme man moest zelfs eten brengen naar haar kamer.

Met wat flets Surinaams bier (in gigantische flessen) babbelden we verder over Suriname, Cuba, reizen en zijn job als jongleur in een kinderziekenhuis. Zalig om op de eerste dag meteen al wat met mensen te kunnen babbelen. De mensen hier zijn vriendelijk en het Nederlands met Surinaams accent is zeer aangenaam om naar te luisteren.

Al gaf niet elke ontmoeting mij een veilig gevoel, toen ik in een parkje liep klampte een kale man met 3 scheve tanden en blote voeten vol kloven me aan. Zijn cv is indrukwekkend: bankbediende/huurmoordenaar/gedetineerde/bedelaar/drugsdealer. Maar nu niet echt het profiel dat elke toekomstige baas wild van wordt. Snel gaf ik hem wat Surinaamse dollars om verlost te zijn van het verhaal hoe hij zijn vrouw een kopje kleiner maakte.

IMG_20200118_174017

De volgende 4 dagen bezocht ik verschillende slavernij sites. Met de fiets trok ik voor een tweedaagse door de oude slavenplantages en kon ik enkele interviews versieren. Het werd even link toen ik langs een verlaten riviertje werd achtervolgd door 4 honden. Met de tanden bloot bleven ze blaffen. Ik had geleerd om van de fiets te stappen, het te gebruiken als schild en rustig verder te gaan.

IMG_20200118_160647

Na 5 minuten bleven de honden me volgen en blaffen, crap. Ok, als het beleefd niet lukt dan haal ik mijn alfa mannetje naar boven en begon ik terug te roepen. Het had voor even effect want er heerste verwarring bij de roedel. Uiteindelijk dropen ze af. Mijn hart bonkte in mijn hals. Op de derde dag bezocht ik een marrondorp (marron: weggelopen slaven) maar ik kwam van een kale reis terug. De gids wist nada van de geschiedenis en liep er wat loom bij.

IMG_20200118_160432

Op zondag en met de reggae beats op de achtergrond ging ik het fort bezoeken in Paramaribo waar de slaven werden verkocht. De Nederlandse gids was bereid om na de rondleiding nog een interview af te nemen. Na dit alles stak ik de neus 45 graden in de lucht, spitste ik de oren en mezelf navigerend naar waar de reggae tunes vandaan kwamen.

IMG_20200118_151532IMG_20200118_155849

Een klein festival waar ik wel de voetjes wou lichten maar op 3 Surinaamse vrouwen na, die hun maf gepafte man aan het dry humpen waren, was er niemand het feestje aan het maken. Tijdens het terug wandelen leerde ik Loïs kennen, zoals de helft van de inwoners van Suriname was zij een Nederlandse stagiair. In het lokale theater gaf ze vorming aan kinderen. Haar uitnodiging om later in de week samen met haar vrienden groundsourcing yoga te doen, onder de volle maan uiteraard, was vriendelijk maar ik begon mijn rugzak weer te maken voor naar Colombia te trekken.

IMG_20200115_145902

Die vluchtdag zal ik niet vergeten. Wat begon met een aangename babbel met de taxichauffeur/militair (die nog Braziliaanse stropers heeft afgeknald) en vervolgens een bijna leeg vliegtuig naar Aruba, werd de tussenlanding een chaos.
Een slordige 40 minuten voor mijn vlucht van Aruba naar Colombia kwamen enkele stewardessen met snelle tred op hun hoge hakjes de wachtruimte binnen. Ze gesticuleerden wat en wezen naar mij. Ze maanden me aan om naar de desk te reppen. Kras vroegen ze om mijn vluchtbewijs van Colombia naar Jamaica, maar ik had die nog niet geboekt.

Ah, dan mocht ik niet op het vliegtuig, zolang ik geen vliegbewijs had. DaFuck?! In totaal had ik een halfuur om een ticket te boeken. Pittig detail, ik kon niet terug naar de vlieghal want ik zat transit en ik had geen Mastercard om online één te boeken. Met vlakke hand klopte ik op de desk en met ogen vol ongeloof vroeg ik wat ik nu moest doen? Hun probleem niet, antwoorden ze droogjes.

In de wachtzaal zag ik een Franse mama met jonge dochter zitten die ik tijdens de eerste vlucht had leren kennen. Vol wanhoop, met een opgejaagd tempo en rood aanlopende wangen vroeg ik haar als zij een Mastercard had dat ik kon lenen voor een vlucht te boeken uit Colombia. Ze begreep dit niet en legde uit aan de stewardessen dat ook zij geen vlucht uit Colombia heeft geboekt en ik dit dus ook niet nodig had.

De opgetrokken wenkbrauwen van het trio in blauwe mantelpakjes verhulde stewardessen beloofde weinig goeds. Ook de Franse mama ging eraan, ook zij moest binnen 30 minuten een vlucht geboekt hebben en het vliegbewijs kunnen tonen (ohja, ze had ook geen mastercard). Jikes.. My bad? Het jeugdbewegingsgevoel kwam terug, waar op witte achterkant van de oude fuif affiches de opdrachten tegen de klok werden opgeschreven.

De tinteling in de toppen van de vingers en mijn kortere, snellere ademhaling zorgde voor fouten bij het bedienen van mijn smartphone. Gelukkig had de Arubaanse vlieghaven gratis en oerdegelijke wifi. Op Messenger keek ik wie er een groene stip naast zijn naam had en me wou helpen. Al ijsberend kreeg ik mijn maat Botje aan de lijn. Ik liep van de ene naar de andere kant toen ik mijn verhaal uit de doeken deed.

Meevaller, hij mocht de Mastercard van de mama lenen (merci Katrien!) en behoedzaam overliepen we alle stappen zodat een slordigheid me niet zou nekken. De betaling werd geaccepteerd en mijn held van de week zijn job zat erop. Nu was het mijn outlookaccount die de laatste slag moest volbrengen.

Diep voorovergebogen, met de knietjes omhoog huppelend en starend naar mijn mailbox had ik in mijn rechteroog de klok in de gaten. Nog 5 minuten.. Pling! Daar was de mail van de overwinning. Van stresskip sprong ik recht en in hiphop style liep ik traagjes naar de desk om mijn trofee (op de vlucht mogen) te claimen. Na een dubbelcheck werd ik toegelaten. Helaas, de Franse mama had ook gebeld naar een vriend, die had ook betaald maar er kwam geen mail binnen.

Schermafbeelding 2020-03-31 om 13.01.42

Toen ik op het juiste zitje zat bleef ik kijken naar de ingang als ze toch nog de vlucht zou halen. Nee, de deur ging onherroepelijk dicht en ze zat vast. Pffrt, ongelofelijk. Ik mocht mijn beide polletjes kussen met het geluk die dag. Maar niets beter om met een lichaam nog pompend van de spanning de vlucht naar Colombia te verteren.

Foto’s

1 Reactie

  1. Els:
    1 april 2020
    Corona was nog niet gekend. Onbezorgd genieten met momenten 👍